
Nieuwe ruiterroute in ’t Roegwold
Groningse bodem trilt onder paardenhoeven
Drie Groningse amazones, Joke Dallinga, Christa Reitzema en Jeanet Koops, hebben een schitterende ruiterroute gerealiseerd in ‘t Roegwold. De 18 km lange route heeft als begin- en eindpunt de manege in Schildwolde. De ruiterroute voert langs buurtschappen als Woudbloem, Schaaphok en Denemarken, en langs enorme plas-drasgebieden. Logisch, want ‘roegwold’ is Gronings voor moerasbos.
Tekst & Beeld Jacob Melissen
Je zou kunnen zeggen dat de route boven op de gasbel van Slochteren is gesitueerd. Om de nadelige gevolgen van de gaswinning voor de Groningers om te buigen werd in 2015 het ‘Nationaal Programma Groningen’ opgericht. Eén van de initiatieven was de ontwikkeling van Toukomst (Toekomst). Vanuit dit plan werden in 2020 Groningers opgeroepen om grote, vernieuwende, creatieve en slimme ideeën te bedenken, wat maar liefst 900 inzendingen opleverde. Deze hebben de Groningers gebundeld tot grote projecten, die bijdragen aan de toekomst van hun provincie.
Voor de uitvoering van 44 van deze projecten is 100 miljoen euro beschikbaar gesteld en dat is vrij uniek. Nooit eerder in West-Europa zijn inwoners zo rechtstreeks en massaal betrokken geweest bij een project van deze omvang. Voor de dames aanleiding om na te gaan of een ruiterroute rond het Schildmeer in aanmerking zou kunnen komen voor ondersteuning vanuit dit fonds, naast de ontwikkeling van fiets- en wandelpaden. Het plan voor de ruiterroute werd ingebracht onder de naam ‘Hop Paardje Hop’ en werd gebundeld met de plannen voor wandelpaden onder de werktitel ‘Groningen beleven’. Alles leek rond tot een projectontwikkelaar een groot terrein aan het Schildmeer aankocht om daar een recreatiepark te realiseren. Daardoor werd het onmogelijk het ‘rondje Schildmeer’ op te zetten.
ROEGWOLD
Joke Dallinga, die graag met één van haar IJslandse paarden een buitenrit maakt, ging niet bij de pakken neerzitten en zij pakte samen met Reitzema en Koops de handschoen op om op zoek te gaan naar een alternatief. Die vonden zij in het aan het Schildmeer grenzende ‘Roegwold’. Een ruim 1700 hectare groot gebied dat ontwikkeld was als ‘nieuwe natuur’ en dat moet dienen als verbinding tussen de natuurgebieden van het Zuidlaardermeer en de Eems. “Wij zijn heel onbevangen en met nieuw elan opnieuw van start gegaan. Op de fiets hebben we vele verkenningen uitgevoerd om zo de - in onze ogen - mooiste route uit te zetten. Daarbij hebben we vele tegenslagen moeten overwinnen. Dan weer stuitten wij op een niet meewerkende agrariër, dan weer lag Staatsbosbeheer dwars of was er het waterschap dat een blokkade opwierp. Kortom, we hebben soms met de moed der wanhoop doorgezet, maar het resultaat mag er zijn.”
‘We hebben soms met de moed der wanhoop doorgezet, maar het resultaat mag er zijn’

OVER DE ROUTE
De 18 kilometer lange route is uitgezet met op bestaande palen aangebrachte stickers en bij de manege in Schildwolde is een informatiepaneel. Daarop staat een QR-code om de route te downloaden. In de route is een fietspad met een smalle houten brug opgenomen. De beperkte breedte hiervan maakt het voor menners helaas niet mogelijk dit gedeelte van de route te rijden.

WATERRIJK GEBIED
Voor Christa Reitzema, die midden in het gebied woont en regelmatig van start gaat in dressuur- en springwedstrijden, ‘s zomers af en toe een oefencrossje rijdt en KNHS-jurylid is, was het een mooie gelegenheid om die ervaringen in te brengen. “De bodem van de bermen is soms veen, maar ook zand of klei en is vlak. Daardoor leent het zich uitstekend voor galoptraining. Ik rijd hier veel met mijn wedstrijdpaarden. Voor de ervaren ruiter vormen deze bermen een schitterende uitdaging om eens lekker voluit te gaan. Gelukkig hebben we een prima samenwerking met de gemeente Midden-Groningen, die verantwoordelijk is voor het onderhoud van de bermen en dat onderhoud zeer zorgvuldig uitvoert. Het gebied waar we doorheen trekken, is zeer waterrijk en we hebben daardoor ook diverse bruggen in de route opgenomen. We weten dat voor sommige paarden een brug een moeilijk te overwinnen obstakel is. Daarom hebben we bij alle bruggen aan weerszijden opstapplaatsen weten te realiseren, zodat het gemakkelijk wordt om af te stijgen, de brug met het paard aan de hand te passeren en dan weer gemakkelijk op te stappen.”
NETWERK VAN RUITERROUTES
Voor Jeanet Koops is deze ruiterroute de eerste van hopelijk meerdere. “We hebben niet de bossen zoals Drenthe of de Veluwe, maar ook ons Groninger landschap is zeer aantrekkelijk. Wijds en gevarieerd zijn de vergezichten, met altijd kerktorens aan de horizon. Daarom gaan we ook kijken of we meerdere routes kunnen ontwikkelen die op deze aansluiten. Een netwerk van ruiterroutes in onze provincie kan ook een impuls zijn voor het toerisme en daarmee voor de economie. We denken dat dit mogelijk is, want er wordt overwogen om aan de zuidwestzijde een ecologische verbindingszone te realiseren met het natuurgebied Westerbroekstermadepolder (ten oosten van Haren), vervolgens aan de noordwestzijde waar het natuurgebied Hoeksmeer ligt, en aan de noordoostzijde met het Hondshalstermeer en het Oldambtmeer. Ik hoop dat we daarvoor ruiters bereid vinden om met ons mee te gaan werken.” Reitzema hoopt ook dat er in de toekomst aansluitingen komen, waardoor men kan kiezen voor een langere of kortere route.
‘Wijds en gevarieerd zijn de vergezichten, met altijd kerktorens aan de horizon’
GESCHIKT VOOR JONG EN OUD
Voor de fotoshoot was door de drie dames een qua wedstrijdervaring gevarieerde groep ruiters gevraagd. Het was goed om te zien dat, waar ze ook op de route verbleven, ze nergens moeilijkheden tegenkwamen. Naast leden van SEO de Woldstreek reden ook drie leden mee van de Goorechtruiters uit Sappemeer.
De acht jaar jonge Tess, die lid is van PC SEO de Woldstreek, was ook van de partij en kon met haar pony Julia heel goed meekomen. “Wat ik heel mooi aan deze route vind, is dat er lange rechte stukken inzitten, waardoor je ook eens voluit met je pony kunt galopperen. Daarnaast is het best fijn dat de bermen breed zijn, waardoor er een oudere ruiter tussen de weg en mij kan rijden. Dat geeft een veilig gevoel.”
Karin Bouwmeester, die met de aansprekende twintigjarige schimmelarabier Joy meereed, is enthousiast over de route. “Het is een mooie route die door een gevarieerd landschap voert, waar ook heel veel vogels te spotten zijn, die zich zeer goed thuis voelen in het plas-drasgebied. Daarom zou ik ruiters die deze route rijden willen adviseren (indien mogelijk uiteraard) om een verrekijker mee te nemen. Zo kun je de vogels van dichterbij bekijken.”



‘Ik zou ruiters die deze route gaan rijden aanraden om een verrekijker mee te nemen’

Historie van de streek
De streek die bekend staat onder de naam ‘Duurswold’, waarvan de dorpen Slochteren en Schildwolde de bekendste zijn, kent een rijke historie die terugvoert tot het jaar 1.000. De naam Duurswold doet denken aan een bosrijke omgeving, maar de realiteit was dat het landschap zich kenmerkte door uitgestrekte veengebieden met moerasbos, die vanaf de tiende eeuw zijn ontgonnen.
Het Schildmeer dankt zijn ontstaan aan de winning van turf. De bevolking was divers. Naast wat in de zeventiende en achttiende eeuw omschreven werd als ‘eenvoudige boeren’, woonden er ook rijke boerengeslachten. Rond 1800 kwam het gebied geleidelijk tot bloei, mede dankzij bemesting met de afgegraven grond van wierden. Ook met opgedolven woelklei (oude blauwe zeeklei) werden de waterrijke hooilanden vruchtbaar akkerland. De oprichting van aardappelmeel- en strokartonfabrieken, onder andere in Woudbloem, gaf de landbouw een nieuwe wending. Duurswold maakte vanaf het einde van de negentiende eeuw een inhaalslag, waarbij de boerenstand zich door het voorbeeld van de herenboeren op de klei liet inspireren. Uit deze periode dateren veel monumentale boerderijen en rentenierswoningen.
De route voert ook door het gehucht Woudbloem, dat gelegen is aan de Scharmer Ae. In 1904 werd in opdracht van een aantal boeren een aardappelmeelfabriek gebouwd die de naam De Woudbloem kreeg. Architect Wieringa ontwierp naast de fabriek ook een rij van tien blokwoningen, de Tienborg genoemd. Deze woningen waren bedoeld voor het vaste personeel. Zolang ze voor de fabriek werkten mochten ze niet verhuizen, maar zodra ze waren ontslagen moesten ze hun woning verlaten.
LEERSCHOOL
Er zijn door de drie dames vele ervaringen opgedaan met diverse overheids- en semioverheidsinstellingen. “De hiermee opgedane kennis willen wij graag delen met mensen die ook met plannen rondlopen om in hun omgeving een ruiterroute ergens in Groningen te realiseren, waarbij wij hen behulpzaam kunnen zijn. Achteraf gezien hadden we veel problemen kunnen voorkomen als we eerst de eigenaren van de gronden waar we overheen wilden rijden hadden geïnventariseerd. Daarnaast hadden we onze gedachten moeten opschrijven en die ruim van tevoren aan onze gesprekspartners moeten zenden. Dan hadden zij voorafgaande aan de vergaderingen erover kunnen nadenken om tijdens de vergadering - in plaats van achteraf - hun opmerkingen te maken. Dat had enorm veel tijdwinst kunnen opleveren”, zegt Joke Dallinga, die van mening is dat de morele en financiële steun van Riek Guikema van Landschapsbeheer Groningen onontbeerlijk is geweest voor de realisatie van deze ruiterroute.

Eline Baerts & Zafira Dona
Eline Baerts kreeg Zafira Dona als veulen in 2004. “Ik maakte haar zelf zadelmak en in de basissport doorliepen we alle klassen. In 2020 reden we ZZ Zwaar en bleven onze scores steken. We maakten toen de overstap naar de Working Equitation en daardoor werd Zaf lichamelijk sterker en stabieler in de dressuur. We pakten daarna de reguliere dressuur weer op en reden binnen een jaar van het ZZ Zwaar naar de Grand Prix. Daarmee kwam echt een meisjesdroom uit! Toch moest het allermooiste moment nog komen. Dat was in 2022, tijdens het WK Working Equitation. Daar startten we voor het Nederlandse team. Zaf was toen achttien jaar en topfit. Toch besloot ik dat ze definitief met wedstrijdpensioen mocht. Ze had me al zoveel gegeven en twee hele grote dromen waargemaakt. Onder toeziend oog van mijn teamleden nam Zaf afscheid van de sport. Een heel mooi en emotioneel moment.
Daarna heb ik haar rustig afgetraind en nu rijd ik haar nog vier keer per week. Zaf wordt ook gereden door een vriendin van mij en mijn zoontje (10) zit er soms op. We doen alleen nog leuke dingen en rijden niet meer met de intensiteit van vroeger. We maken bosritten en soms gaat Zaf nog mee naar een koeientraining. In de bak laat ze zien dat ze niet alles verleerd is. Als je een serie wilt rijden, voelt ze zich nog een prinsesje. Ik merkte wel dat ze wat stijver werd. Ze begint wat artrose te krijgen en dus heb ik haar onlangs laten inspuiten in de hals. Een stille droom is om nog een keer een eitje uit haar te spoelen. Ze is een Grand Prix-keurmerrie en een veulen van haar zou mijn droom helemaal compleet maken. Maar ze gaat hier nooit meer weg. Ze mag heerlijk van haar pensioen genieten. Dat heeft ze echt verdiend.”
Linsey Manten & Zamzam
ACSI Zamzam (20) kwam onder Alice Naber-Lozeman aan start op het EK eventing en liep op viersterrenniveau. Inmiddels is hij drie jaar met prepensioen bij Manege ’t Hoogt in Utrecht. Linsey Manten werkt daar en rijdt op ZamZam. “Met manege-eigenaar Thijs Visscher liep Zamzam in de L-eventing. Ruim twee jaar geleden vroeg hij of ik Zamzam dressuurmatig wilde trainen. Ik ben ook wedstrijden gaan rijden en begon in de B. Dit voorjaar staat ons M1-debuut op de planning. Waarschijnlijk is dit het hoogste niveau dat Zamzam nog zal starten. Hij is nog fit, maar in het verleden is hij een keer met zijn been in het prikkeldraad beland. In de winter is dat been wat dikker. Hij loopt dan iets stijver en heeft een goede warming-up nodig. Maar hij doet hartstikke goed zijn best en vindt het werk nog erg leuk.”
Anderhalf jaar geleden stopte Thijs met de eventingwedstrijden en sindsdien mag Zamzam ook ruiters in de manegelessen blij maken. “Ik rijd zo’n vier à vijf keer per week op hem en in totaal loopt hij zo’n twee uur per dag. Zamzam is heel braaf voor minder ervaren ruiters en zij vragen er ook niet zoveel van. Die lessen zijn minder intensief voor hem. In de manegelessen is ieder week een ander thema. De ene keer is dat dressuur, de andere keer springen of spelletjes doen. Dat zorgt ook voor veel afwisseling in zijn week. Zelf rijd ik Zamzam voornamelijk dressuurmatig en een keer per week springen we. Ondanks al zijn ervaring zou ik Zamzam geen typische schoolmaster noemen. Zo is hij ook niet verkocht. Het is echt een paard met een mening. Je moet het echt samen met hem doen en hij geeft het je niet cadeau. Maar als je eenmaal een band met hem hebt, doet hij het voor je.”
Berber Bakker & Flicka
Berber Bakker vormt al vijftien jaar een combinatie met de Haflingermerrie Flicka. “We waren allebei elf jaar toen we elkaar leerden kennen. Flicka was eerst mijn verzorgpony en na vier jaar kochten we haar. We reden de eerste jaren recreatief en begonnen in de B dressuur bij de pony’s. Vorig jaar april haalde ze haar sportpredicaat (Z1+3) bij de paarden. Flicka was toen 25. Vanuit het stamboek kreeg ik te horen dat dit echt een uitzonderlijke prestatie is. Eigenlijk was het sportpredicaat helemaal niet mijn doel. Ik was al blij als ik een keer M1 kon rijden! Toen dat lukte, hebben we onze grenzen steeds verder verlegd. Ik merkte wel dat de Z-oefeningen wat zwaarder voor haar werden. Daarom had ik besloten dat ze na het behalen van het sportpredicaat met actief pensioen mocht.
Nu rijd ik haar drie keer per week. We maken veel buitenritjes, longeren en doen mee aan TREC-clinics. Soms trainen we nog in de bak en daar is ze fanatieker dan ooit. Mensen verwachten niet dat Flicka 26 is. Bijna wekelijks hoor ik: ‘Oh, is ze echt zo oud?!’ Ze heeft een iets langere warming-up nodig, maar verder merk ik weinig qua ouderdomskwaaltjes. In het verleden heeft ze meerdere gezondheidsproblemen gehad, zoals een darminfectie en hoefbevangenheid, maar met het juiste management houden we dit goed onder controle. Ik probeer Flicka wel zo fit mogelijk te houden, omdat ze paardenastma heeft. Juist door te rijden heeft ze daar minder last van. Bovendien wordt ze vervelend en ongeduldig als ik niks met haar doe. Ze wil heel graag wat doen en zolang het kan, blijven we de dingen doen waar we samen blij van worden.”