Hoe gelukkig is jouw paard?

Wetenschappelijke ontwikkelingen geven ons steeds meer inzichten in de werkelijke, mentale behoeften van onze trouwe partner. In de dit jaar verschenen, nieuwste editie van de Gids voor Goede Praktijken van de Sectorraad Paarden is hier veel aandacht voor, bijvoorbeeld aan de hand van gedragsindicatoren, die een positieve mentale staat reflecteren. Oftewel, waaraan zie je of je paard gelukkig is?

Tekst Tessa van Daalen Beeld Arnd.nl

Wetenschappers hebben moeite met de term ‘gelukkig zijn’ voor een paard. “Klopt”, zegt Dr. Machteld van Dierendonck. “Het is een antropomorfe uitdrukking, te vermenselijkt. We weten nog niet altijd goed hoe paarden iets ervaren. Door het zo uit te drukken, krijg je snel dat we onze gevoelens op hen projecteren. We werken al een paar jaar aan manieren om dit welbevinden, want daar praten we eigenlijk over, te definiëren en meetbaar te maken, maar we zijn er nog niet.”

In de nieuwe gids staat een lijstje samengesteld, op advies van Van Dierendonck, waarmee een positief welbevinden kan worden herkend. Ze benadrukt dat er een flinke slag om de arm moet worden gehouden. “Er wordt momenteel op grote schaal wetenschappelijk onderzoek naar gedaan, maar er moeten nog veel details worden uitgezocht. Vooral manieren om betrouwbaar aan te tonen hoe het staat met dat welbevinden zijn best lastig te bepalen. En dan moet het ook nog een meetmethode zijn waarmee de paardenhouders zelf uit de voeten kunnen in de dagelijkse praktijk.”

‘We weten nog niet altijd goed hoe paarden iets ervaren’

Context

Er zijn uiteraard signalen waaruit je kunt afleiden wat de mentale toestand van een paard is. “Maar context is ontzettend belangrijk. Je kunt bepaald gedrag zien of fysiologische zaken meten. Verschillen in persoonlijkheden en individuele voorkeuren per paard spelen echter ook een rol. En ik ben ervan overtuigd dat de individuele geschiedenis van een paard van doorslaggevende invloed is. Als je dat allemaal wilt meewegen, valt het niet mee om tot één handzame meetmethode te komen. Een voorbeeld? Grazen in een wei in een groep is voor veel paarden een ideale situatie. Als ze daardoor te dik worden, is dat nadelig voor hun gezondheid. Dan kun je een graasmasker gebruiken. Maar wordt het dragen daarvan op een verkeerde manier aangeleerd, wat helaas vaak gebeurt, dan creëert dit juist frustratie en draait een paard bijvoorbeeld zijn kont toe als je ermee komt aanlopen. Of hij probeert het af te krijgen. Wen je ze correct, dan is het een voorbode voor naar de wei gaan, dus iets fijns en komen ze naar je toe. Dat zijn twee tegenovergestelde reacties. Maar staat een paard de hele dag op stal, dan is hij waarschijnlijk zó blij dat hij eruit mag, dat hij zeker op je afkomt. Dus context, situatie en individuele geschiedenis doen er allemaal toe als je individueel welbevinden wilt vaststellen.”


Twee paarden die op stal staan kijken naar elkaar

Machteld van Dierendonck: ‘Elkaar groomen is een goede indicator voor sociaal positieve relaties’

Interpretatie

Het is moeilijk om bij het beschrijven van dat welbevinden niet in menselijke gevoelens te belanden, beseft Van Dierendonck. Het risico daarvan is de verkeerde interpretatie. “De meeste paarden vinden het alleen in een paddock of wei staan maar matig. Er is wetenschappelijk bewezen hoe belangrijk sociaal contact voor ze is. Maar ook hier speelt context mee. Staan ze alleen in een paddock met ernaast paarden die ze niet aardig vinden, dat vinden ze dat minder fijn. Daaruit zou de verkeerde conclusie kunnen worden getrokken dat dat paard liever binnen staat. Hoe vaak hoor je niet ‘ja maar die van mij…’ en dan een uitleg waarom een paard niet of maar kort naar buiten mag of niet samen met anderen kan staan. Dat gaat regelmatig uit van wat iemand denkt te weten wat het paard ‘denkt’. Het gaat niet uit van het paard zelf. Het gevaar van wijzen op context of situatie is dat mensen het als excuus gebruiken. Ik kan niet vaak genoeg zeggen: probéér het eerst. Laat je paard eens een paar nachten buiten met andere paarden. Daar moeten ze even aan wennen, dus concludeer niet meteen dat het niets is.”


Bied keuzes

Wat wenselijke situaties voor een paard zijn, is inmiddels wel redelijk aangetoond. Op het gebied van die context is nog werk te verrichten. Wat als een paal boven water staat, is dat het hebben van keuzes belangrijk is.

Van Dierendonck: “Als een paard zelf iets kan kiezen, bijvoorbeeld in de zon of in de schaduw staan, hooi of takken eten, dan versterk je een positieve mindset. Kan hij geen enkele invloed uitoefenen op een ongemak, dan keert hij in zichzelf en kan er learned helplessness optreden. Een fenomeen dat we helaas in de paardensport tegenkomen, bijvoorbeeld door onduidelijkheid in het geven van hulpen of doordat iemand inconsequent is en de ene keer iets goed vindt waar het paard de andere keer juist voor wordt gestraft. Mijn motto is niet voor niks: Denk niet voor een paard, maar als een paard.”


Optimaliseer je situaties

Optimaliseer de huisvesting, management en de training door keuzes te bieden. Dat is een eerste stap op weg naar ‘gelukkigere' paarden. “Paarden willen de hele dag eten, zorg dat ze dat kunnen. Dat is niet op een zaagselbodem een beetje hooi geven. Bied variatie, geef ook stro of niet giftige takken of net-niet-verse brandnetels. Bied meerdere soorten ruwvoer op verschillende plekken en bijvoorbeeld ook verschillende hoogtes, zodat er iets is om te kiezen. Verstop lekkere dingen, zodat ze moeten zoeken en scharrelen, wat ze in de natuur ook doen. En als hij alleen in een paddock moet, zorg dat naast hem paard(en) staan waarmee hij het kan vinden”, besluit Van Dierendonck.


Tip: Lees dit artikel en leer wat je paarden beter niet kunt geven als je op wedstrijd gaat. Zo staan stoffen in wilgentakken en brandnetels bijvoorbeeld op de verboden-stoffen-lijst.


‘Als een paard zelf iets kan kiezen, bijvoorbeeld in de zon of in de schaduw staan, hooi of takken eten, dan versterk je een positieve mindset

Vier aandachtspunten

1

Regelmatig uitingen van rust en ontspanning
Een paard moet regelmatig echt rustgedrag laten zien (niet te verwarren met depressie-achtige gedragingen) en af en toe ook languit liggen voor voldoende REM-slaap. Dat laatste kun je eenvoudig zien aan de vacht, of die vies is. Oude paarden, hoogdrachtige merries of paarden die ergens pijn hebben, gaan vaak niet liggen of hebben veel moeite met opstaan, dus daar zie je het minder. Als ze in een te kleine ruimte staan, gaan ze ook niet liggen.

Als er iets spannends is, horen paarden daarop te reageren en het te onderzoeken. Van Dierendonck: “Het is niet goed als ze daar langdurig hieperdepieper van zijn, de rust moet na korte tijd terugkeren. Maar het is ook niet goed als ze helemaal niet reageren.”


2

Regelmatig laten zien van comfortgedrag

“Dat is wat ze zelf doen ter zelfverzorging, zoals rollen en krabben. Een borstel aan een paal met een veer is ideaal om zelf te schuren zonder dat de huid of deken kapot gaat.”


3

Bepaalde sociale interacties

“Elkaar groomen, samen spelen, samen grazen en kop-aan-staart rusten is een goede indicator voor sociaal positieve relaties.”


4

Positieve emotionele toestand

‘Plezier’ en ‘vrolijk gedrag’ zijn menselijke omschrijvingen, maar leer hoe jouw paard dat uit: ruinen die spelen, merries die zich nieuwsgierig tonen, of paarden die achter een bal aan gaan. Maar pas op: verwar het niet met ‘rebound’ gedrag. Dat is als een paard iets gemist heeft, hij dat gaat inhalen: bijvoorbeeld lang op stal staan en dan buiten een ontlading laten zien. “Mensen denken dat het blijheid is, maar het is meestal inhaalgedrag – een teken dat ze iets echt gemist hebben. Je ziet dat ook als een paard lang alleen is geweest en ineens bij vrienden mag. Ze gaan heftig elkaar groomen of lang samen spelen.” 


Meer over natuurlijk gedrag en de indicatoren die een positieve mentale staat van je paard reflectereen, vind je in hoofdstuk 7 (vanaf pagina 32) in de vernieuwde Gids voor Goede Praktijken.


Een afbeelding van het virus rhino door de stallen

Optimaliseer de huisvesting, management en de training door keuzes te bieden. Dat is een stap op weg naar ‘gelukkigere’ paarden.


Een afbeelding van de verspreiding van virusdeeltjes

Een paard moet regelmatig echt rustgedrag laten zien (niet te verwarren met depressie-achtige gedragingen) en af en toe ook languit liggen voor voldoende REM-slaap.

Dinja van Liere:  ‘Help elkaar paarden gelukkiger te maken’ 

“Ik let er absoluut op of mijn paarden gelukkig zijn”, zegt topamazone Dinja van Liere. “Dat is namelijk ook belangrijk voor een goede sportprestatie. Hoe ik kan zien of het zo is? Ik heb zoveel jaren ervaring dat ik nu echt wel kan ‘lezen’ of kan zien of een paard gelukkig is.”

Dinja vindt dat ze er in de loop der jaren meer op is gaan letten hoe haar paarden zich voelen en dat haar denkwijze hierover is veranderd. “Toen ik net voor mezelf begon stond ik op een plek waar de paarden slechts een uurtje per dag naar buiten konden. Ik deed mijn uiterste best om ze meer beweging op een dag te geven, door ze ook te rijden en in de molen te zetten. Maar het was niet anders en ik legde me daar toen bij neer. Nu staan ze zoveel mogelijk buiten en krijg ik al bijna een paniekaanval als ze een uurtje eerder binnen worden gehaald.” De dressuuramazone probeert de paarden zoveel mogelijk met z’n tweeën buiten te zetten, maar met de hengsten die ze rijdt gaat dat niet. “Ik besef dat contact belangrijk is, maar zeker met die dekhengsten is dat ingewikkeld.”


Ook qua rijden vindt Dinja dat ze er anders in staat. “Vroeger vond ik het mooi om ze zo heel flashy te zien draven. Maar ik heb mijn mening daarin helemaal bijgesteld. Nu wil ik dat een paard goed op eigen benen loopt, losgelaten, waarbij je als ruiter bijna niks hoeft te doen. Veel harmonie en onzichtbare hulpen, daar ga ik voor.” Ook bij haar collega’s in binnen- en buitenland is veel aandacht voor hoe het paard zich voelt. “We willen allemaal de beste prestatie, maar die krijg je alleen als een paard gelukkig is.” Ze wijst erop dat topruiters veel tijd doorbrengen met hun paarden en daardoor goed in de gaten hebben hoe het zit met de tevredenheid van hun viervoeter. “Er zit veel kennis bij deze groep mensen. En altijd de wil om te ontwikkelen.”

Op dat gebied wijst ze op een belangrijke voorwaarde. “Willen we hierin groeien en beter worden, dan moeten we open staan voor elkaar en nieuwe ideeën koesteren in plaats van iedereen af te kraken op social media. Er zijn bedrijven waar de faciliteiten misschien minder zijn. Oordeel daar niet zo hard over, maar doe suggesties hoe op creatieve manieren die situatie zou kunnen verbeteren. We moeten er met z’n allen voor zorgen dat paarden een leuk leven hebben en dat wij van ze kunnen genieten. Ik ben ervan overtuigd dat dat samen kan gaan. Maar laten we ophouden met elkaar de grond in te trappen dat iets helemaal fout is. Het is allemaal zo lelijk tegenwoordig. Help liever door op een positieve manier suggesties te bieden hoe een paard nog gelukkiger kan worden.”

Dinja: 'We moeten er met z’n allen voor zorgen dat paarden een leuk leven hebben en dat wij van ze kunnen genieten. Ik ben ervan overtuigd dat dat samen kan gaan'

Bianca Schoenmakers:  ‘Ik ben vriendelijker gaan rijden’ 

Ze rijdt paarden voor anderen, daarom heeft springamazone Bianca Schoenmakers niet altijd het laatste te zeggen over het management. Toch doet ze er alles aan om eigenaren te overtuigen hun paarden zoveel mogelijk naar buiten te laten gaan met soortgenoten. Ook de sportpaarden. Om goed te presteren moet een paard lekker in z’n vel zitten. “Het is wel belangrijk om te kijken naar het individuele paard. Ze zijn allemaal verschillend, houd daar rekening mee. Sommigen vinden een paar uur rustig op stal best prettig, het zijn tenslotte prooidieren die buiten constant moeten opletten. Dat zit nou eenmaal in hun natuur. Wel of geen ijzers is ook zoiets. Ik rijd er eentje die steeds gevoelig bleef, die loopt echt fijner met. Maar ik heb ook een merrie die juist beter springt zonder.” 

Volgens Bianca kunnen rijden en het geluk van een paard goed samengaan. “Mits je de verantwoordelijkheid neemt om je erin te verdiepen hoe je dat op de juiste manier doet. Helemaal vrijlaten en vrijblijvend sjokken? Dan drukken ze hun rug weg, dat is niet fijn voor ze. Leer hoe je ze op de juiste manier aan elkaar rijdt. Naar mijn mening moeten ruiters in alle disciplines veel minder met die ‘krul’ bezig zijn. Correcte aanleuning is nodig, maar dat is echt wat anders. Ik reed vroeger ook wel eens met een slofteugel, maar ik ben daar helemaal mee gestopt, want er is naar mijn idee nog nooit een paard beter van geworden. Je trekt ze ermee voorover.” Bianca zegt dat ze vriendelijker is gaan rijden. “Je wordt ouder en wijzer. Ik werkte eerder voor een handelsstal en daar zat er haast achter. Ik doe dat niet meer.” Ze rijdt haar trainingspaarden niet meer dagelijks, tussendoor worden ze door de eigenaren gelongeerd op een halstertje, zonder bijzet. “Als je ze achter goed actief houdt, gaan ze zelf mooi over de rug met hun neus naar de grond in balans lopen. Dat is gezonde training voor ze. Een soepel lijf, dan voelt een paard zich prettig.”