
Afdelingsdressuur
Samen nog meer plezier in de ring!
Op de Hippiade was het al duidelijk; afdelingsdressuur is populair! Het rijden in een meertal is niet alleen anders, uitdagend en leerzaam, maar vooral ook superleuk. We spraken vijf enthousiaste ervaringsdeskundigen.
Tekst Linde Peters Beeld Arnd.nl, Digishots
Sabine Comello: ‘We hebben veel lol en zijn echt een eenheid’
Dressuuramazone Sabine Comello uit Oosterwolde rijdt sinds 2023 succesvol in het paardenviertal van Dreamteam de Stroomruiters.
Dreamteam de Stroomruiters werd op de Hippiade gehuldigd als kampioen viertal paarden Kür op muziek, klasse L/M/Z/ZZ. “In de klassieke M-proef kwamen we 0,1% tekort en dat was een beetje aan mij te danken. Ik was daar best ziek van en wilde graag knallen in de kür. En dat lukte! Na afloop kwamen de supporters al aanrennen. Ze riepen: ‘Jullie zijn kampioen!’ Dat vond ik écht kicken”, vertelt Sabine. Dit seizoen leende ze Glenn, een paard van een vriendin uit haar viertal. “Glenn was jaren niet van huis geweest. Ik startte hem een paar keer individueel M2 en heb echt respect voor dat paard gekregen. Viertal rijden was nieuw voor hem, maar hij deed het erg goed!”
Sabine zit sinds 2023 bij Dreamteam de Stroomruiters. “We hadden toen een ZZ-viertal. Ik had destijds een M-paard en kreeg een spoedcursus viertal rijden. Dat ging erg goed en in dat jaar werden we Nederlands kampioen in onze proef.”
Sabine leerde veel van het rijden in een viertal. “Ik kan van mezelf weleens een beetje makkelijk zijn. Toen ik met het M-paard in het Z-viertal begon, leerde ik direct gerichter en strakker te rijden. Ik reed achteraan en dan moet je wel kunnen schakelen. In een ZZ-proef zitten geen wissels, maar het is allemaal wel heel precies en punctueel. Een overgang terug is echt een overgang terug, anders zit je te dicht op je voorganger.”
Dreamteam de Stroomruiters geeft jaarlijks meerdere shows en is uitgenodigd voor de viertalavond kür op muziek op Indoor Friesland in oktober. “Je ziet dat de meertallen een beetje opkomen en dat willen we promoten.” Sabine beleeft veel plezier met haar clubgenoten. “Ik hoop dat we nog lang met elkaar kunnen rijden. We hebben veel lol en zijn echt een eenheid. Er is nooit gedonder of gezeur. Als er iets misgaat, wordt daar om gelachten. Er is veel tolerantie en respect naar elkaar. Daarnaast heb ik het idee dat de paarden het leuk vinden, het is een fijne afwisseling op de training.”

Dick den Elsen: ‘Vier Z ruiters vormen niet automatisch een goed Z-viertal’
Dick den Elsen uit Leiden is dressuurjury sinds 2000. Hij jureert op Lichte Tour-niveau en sinds een aantal jaren ook in de afdelingsdressuur.
“Ik reed vroeger bij de KNF in meertallen en op verenigingskampioenschappen. Eerst bij de pony’s en later bij de paarden. In die tijd was het nog vanzelfsprekend dat je vanuit de ponyclub of rijvereniging beschikbaar was voor afdelingsdressuur en het verenigingskampioenschap. Maar tegenwoordig is de sport veel individueler. Het is leuk dat de KNHS de afdelingsdressuur de laatste jaren nieuw leven heeft ingeblazen. Het wordt steeds groter en fanatieker”, vertelt Dick. Afgelopen Hippiade jureerde hij de klasse M/Z/ZZ paarden. “Het is echt leuk om te kijken, er gebeurt altijd zo veel! Het niveau was hartstikke goed. Alle viertallen reden voldoende scores en de winnaars hadden echt behoorlijk hoge punten. Dat was mooi om te zien.”
Volgens Dick realiseren veel mensen zich niet hoe moeilijk het is om afdelingsdressuur te rijden.
“Zet eens vier Z-ruiters bij elkaar, maar denk maar niet dat die een goede viertalproef kunnen rijden op Z-niveau. Je moet veel samen trainen, afstanden kunnen rijden en kunnen tellen. Daarnaast moet je je echt in dienst kunnen stellen voor een team. Dat kan niet iedere ruiter”, lacht hij. “Je kunt op kop wel een fantastisch dressuurpaard zetten, maar als die in uitgestrekte draf de diagonaal op rijdt en weg is, dan kan de rest niet volgen en is zo’n viertal niks waard. Een goede kopruiter is dus van belang, maar vergeet zeker de achterste ruiters niet. Die moeten de gaten dicht kunnen rijden. Voor de laatste paarden is het best moeilijk om te wachten. Ze moeten bijvoorbeeld allemaal individueel bij A aangalopperen. Dan moet het laatste paard niet zo nerveus worden dat hij meters van tevoren er bokkend erachter gaat. Je hebt daar dus een koel paard nodig dat kan wachten. Daarnaast is het belangrijk om samen goed te trainen op afstanden, zodat het viertal mooi gelijk blijft. En verder is de uitstraling en uniformiteit natuurlijk belangrijk. Het is mooi om te zien als een viertal gelijk en hetzelfde gekleed is.”
Ellen van Pinxteren: ‘Het rijden in een viertal ontwikkelt je ruitergevoel’
Ellen van Pinxteren (16) komt uit Berlicum en heeft meerdere pony’s in de Z2 dressuur gereden. Tot halverwege dit jaar maakte ze deel uit van het succesvolle Z-ponyviertal de Hurricanes.
“Mijn individuele trainer, Miranda Hoezen-van der Pas, was ook de commandant van het viertal de Hurricanes. Ze vroeg anderhalf jaar geleden of ik een keertje op een selectie voor de Brabantse kampioenschappen wilde invallen, omdat ze iemand tekortkwamen. Toen had ik meteen de smaak te pakken en heb ik nog ruim een jaar meegedaan”, zegt Ellen. De Hurricanes waren bijzonder succesvol en hebben jarenlang in verschillende samenstellingen enorm veel gewonnen, in de klassieke proef en vooral ook in de kür op muziek. In de tijd dat Ellen meedeed, wonnen ze vier keer een Brabants kampioenschap (klassieke proef en kür). “Daarnaast werden we in 2024 op de Hippiade Nederlands kampioen kür op muziek met 81%. Op onze allerlaatste wedstrijd, tijdens the Dutch Masters in 2025, versloegen we diverse paardenteams en wonnen met 81,4%. Dat was heel gaaf en een hele mooie afsluiting."
"We hebben altijd tegen elkaar gezegd, we houden het open om in de toekomst weer met een paardenviertal te starten. Het is zo’n fijn team, met zulke fijne mensen. Dat vind je niet gauw. We zijn daarnaast erg fijn ondersteund door Miranda. Zonder haar waren we niet zover gekomen. Ze wist per combinatie precies wat nodig was en haar trainingen waren zeer afwisselend.”
Ellen leerde ontzettend veel van haar tijd in het viertal. “In een team kun je niet alleen op je eigen pony letten, maar ook op de anderen, want je moet niet te dichtbij komen of te ver achterraken. Je moet synchroon blijven, op de muziek letten en de aanwijzingen van de coach volgen. Je bent met zoveel dingen tegelijk bezig, dat je daardoor je ruitergevoel heel erg ontwikkelt. Daarnaast leert de pony in een groep te lopen, en te focussen op zijn ruiter én op de rest.” En niet minder belangrijk, Ellen bouwde vriendschappen op tijdens haar viertaltijd. “We zijn samen uitgegaan, hebben regelmatig afgesproken en gezellig gebarbecued met elkaar en met onze ouders.”

Piet Groen: ‘Afdelingsdressuur gaat om saamhorigheid. Niet alleen in de ring, maar ook daarbuiten’
Piet Groen komt uit Spijkerboor. Hij is dressuurjurylid sinds 1979. Hij jureert al veertig jaar de afdelingsdressuur en was daar vroeger zelf actief in.
“Als de sfeer goed is, dan komen die oefeningen vanzelf tot hun recht. Afdelingsdressuur gaat om samenhorigheid. Niet alleen in de ring, maar ook daarbuiten. Als ruiter moet je je kunnen aanpassen aan anderen. In de proef ben je constant aan het kijken naar de rest. Je moet hiervoor een teambuilder zijn en kunnen incasseren. Want soms is een ander niet zo fanatiek, of gaat er eens wat mis”, legt Piet uit. “Het is goed voor je algemene ontwikkeling om afdelingsdressuur te rijden. Kinderen leren er socialiteit. Je helpt elkaar, leert met elkaar omgaan en samen oefenen. Dat was afgelopen de Hippiade leuk om te zien. Na afloop zaten de kinderen samen bij de trailer een broodje te eten. Dat vonden wij vroeger heel gewoon, maar de sport is zo individualistisch geworden.”
Piet deelt nog enkele praktische tips voor een geslaagde proef: “Zet de pony of het paard met correcte basisgangen altijd voorop. Geen grootloper, want die trekt het alleen maar uit elkaar en dan ga je te hard. Heb je een schimmel, zet die altijd als derde. Geef je hulpen subtiel. Ik had onlangs een viertal in de baan dat door een S van hand moest veranderen. De kopruiter gaf een slinger met zijn hoofd naar links en toen gingen de rest ook meteen naar links. Dat was zo duidelijk zichtbaar, dat wij er allemaal om moesten lachen.”
Voor commandanten heeft Piet ook enkele tips: “Zorg dat de commando’s op tijd zijn. Als je met een viertal bijvoorbeeld met enen rechts moet, dan hoort het bordje E of B tussen nummer twee en drie in te zitten. Anders kost dit veel punten en dat is gewoon zonde. Zorg ook dat het proevenboekje buiten de ring blijft als je bij het afgroeten de baan in stapt. Leg het buiten de baan op de grond.”

Annalies Harenberg: ‘Je merkt dat de afdelingsdressuur en het verenigingskampioenschap groeien’
Annalies Harenberg uit Empe jureert sinds 1985. Sinds tien jaar jureert ze ook de afdelingsdressuur. Annalies was in het verleden commandant van de Hamelandse ruiters uit Geesteren, Rijvereniging Gorssel-Zutphen en De IJsselruiters uit Brummen. Tegenwoordig organiseert ze voor Regio Gelderland/Flevoland het kampioenschap voor verenigingen en afdelingen.
“Oefenen, oefenen, oefenen. Alleen zo kun je beter worden als meertal”, vertelt Annalies Harenberg. “Toen ik vroeger nog in het achttal reed, werd er veertien dagen voor de Levade twee keer per dag getraind. ’s Ochtends om 06.00 uur en ’s avonds om 18.00 uur. Ik zeg niet dat vroeger alles beter was, maar als je wat wilt bereiken moet er wel geoefend worden.” Als commandant is Annalies behoorlijk fanatiek. “Het gaat niet zo van: oh leuk, we hebben er vier en doen mee. Je moet als commandant wel een bepaald fanatisme erin brengen om wat te bereiken. Daarnaast heb ik wel een beetje stemgeluid”, lacht Annalies. Het bracht haar mooie successen. “Met zowel het paardenviertal van de IJsselruiters als van Gorssel-Zutphen mocht ik meerdere keren naar de Hippiade. Gorssel-Zutphen is een hele fantastieke vereniging en had afgelopen jaar drie teams op de Hippiade: een ponyviertal AB (klasse L), een ponyviertal DE (klasse L) en een paardenviertal.
In Gelderland leeft het heel erg. Je merkt ook dat de afdelingsdressuur en het verenigingskampioenschap groeien op de Hippiade. Dat is superleuk!”
Tijdens de afgelopen Hippiade was Annalies er als jurylid bij. Heeft ze nog tips vanuit het juryoogpunt? “Eigenlijk is het een beetje hetzelfde als in een dressuurproef. Waar je als meertal goed in bent, moet je uitbuiten. Waar je iets minder in bent, moet je een beetje verdoezelen. Laat je pupillen elkaar daarin helpen. Bij het individueel in galop aanspringen weten de paarden drommels goed wat er gaat gebeuren. Als je weet dat het paard achter je wegschiet, dan moet je zorgen dat je weg bent om degene achter je de ruimte te geven. Dat vind ik persoonlijk het mooie aan afdelingsdressuur, de samenhorigheid, eens een keer letten op elkaar. Je moet het echt samen doen. Ik zeg altijd: in een afdeling moet je niet opvallen. Niet in de goede zin van het woord, maar ook niet in de mindere zin van het woord.”
Tot slot heeft Annalies nog een handige tip voor nieuwe commandanten: “Ga eens kijken bij een commandant die het al jaren doet. Daar kun je veel van leren.”
