Terugkomen na tegenslag dankzij de paarden: drie leden vertellen
Het leven deelt soms rake klappen uit. Een ongeluk, een ziekte of een overlijden. Hoe veer je dan weer terug? Met paarden natuurlijk, vertellen deze drie KNHS-leden. “De stal voelt als mijn veilige haven. Daar hoef ik niks te presteren, maar kan ik gewoon aanwezig zijn.”
Tekst Lilianne van den Brekel Beeld Imke Lamsma en Bibi Bosch

Marinda van Lagen
‘De paarden staan los van de prikkels van alledag’
Marinda van Lagen (31) uit Enter kwam in mei 2023 ongelukkig ten val op een wedstrijd en liep hersenletsel op. Paarden bleven een grote passie en steun voor haar, soms tot verbazing van haar omgeving.
“Ik sprong destijds in het 1.20/1.30m met de zelfgefokte Kwickly. In de ring vond ze iets eng. Ze stapte achteruit en struikelde. In eerste instantie gleed ik er gewoon af. Ze viel echter op mijn benen en onderlichaam, waardoor ik niet door kon rollen en mijn hoofd en bovenlichaam hard op de grond klapten.”
Coma
Marinda raakt in coma. “De artsen wisten niet wanneer en hoe ik wakker zou worden. Na twee dagen gebeurde dat. De linkerhelft van mijn lichaam was uitgevallen, maar het gevoel kwam snel terug. Na een week leek ik redelijk bij en gaf ik antwoord op vragen. Zelf kan ik me bijna niets van de ziekenhuisperiode herinneren.”
Marinda moet onder andere weer leren lopen en normaal leren praten. In het revalidatiecentrum herstelt ze aan de buitenkant goed.

Thuis worden de gevolgen van de schade aan haar hersenen steeds duidelijker, vertelt ze. “Ik was hr-adviseur bij een internationaal bedrijf. Door het letsel is mijn belastbaarheid beperkt en is dat werk helaas geen optie meer. Als ik meer dan twee uur met volle focus iets doe, krijg ik nog steeds veel klachten, zoals hoofdpijn, duizeligheid en extreme vermoeidheid. Ik kan er inmiddels beter mee omgaan door de revalidatietrajecten en therapieën, maar moet elke dag veel keuzes maken.”
Zelfvertrouwen terug
Het eerste weekend dat ze niet meer hoeft te overnachten in het revalidatiecentrum, gaat ze meteen naar stal. “Kwickly merkte dat ik anders was. Ze was heel rustig en zocht me meer op. Precies een halfjaar na het ongeluk heb ik er weer op gezeten, alleen even stappen. Ik hoorde van mensen om mij heen dat ze echt weer even de oude Marinda zagen."
"Mijn energie was zo beperkt dat ik daarna weer plat moest, maar ik wilde het zo graag. Toen ik het rijden meer ging oppakken, was ze erg braaf, terwijl ik er zo lang niet op had gezeten en ze in de tussentijd een veulen had gekregen. De stal is mijn veilige plek waar ik me helemaal kan ontspannen. Dat is echt belangrijk voor mijn herstel. De paarden staan los van de prikkels van alledag en de verzorging geeft mijn dagen ritme. Het gaat met ups en downs en de paarden accepteren dat. Zij oordelen niet. Bij hen kan ik gewoon aanwezig zijn en voelen en hoef ik niets te presteren. Dat geeft me mijn zelfvertrouwen terug en laat me zien dat er nog veel dingen mogelijk zijn. Het rijden gaat steeds beter. Mijn doel is om weer een wedstrijdparcours te springen.”
Steun
Aan de buitenkant is weinig aan haar te zien, waardoor Marinda te maken heeft met het oordeel van anderen. “Zo van: ‘Paardrijden kun je wel, maar werken of naar een verjaardag komen niet.’ Dat vind ik lastig. De verbindingen in mijn brein werken minder efficiënt. Daardoor kosten taken die bij anderen automatisch gaan, mij al snel veel energie. Rijden en omgaan met paarden gaat vooral op gevoel en kan ik in mijn eigen tempo doen. Ook spreekt paardrijden vooral hersendelen aan die minder beschadigd zijn, waardoor ik dat beter kan volhouden dan bijvoorbeeld een gesprek voeren. Veel mensen zijn verbaasd dat ik nog met paarden omga. Of ze snappen niet dat mijn man Micha het goed vindt dat ik weer rijd. Hij steunt me hier juist volledig in, omdat hij ziet hoeveel ontspanning en voldoening ik eruit haal.’



Mieke Zagers:
‘Mijn paard was er voor me toen mensen dat niet meer waren’
Mieke Zagers (64) uit Dedemsvaart werd als een van de eersten ernstig ziek van covid. Dankzij een fysiotherapeut gespecialiseerd in de restverschijnselen en haar Friese paard veerde ze terug.
Het is 2020 als Mieke in de zorg werkt en in de eerste golf wordt getroffen door covid. “En niet zo zuinig ook”, voegt ze toe. Het virus is net ontdekt en de media schrijven dat het erg besmettelijk en dodelijk is. Als Mieke positief wordt getest en haar man niet, raadt de GGD hem aan het huis te verlaten. “Voor mij was geen hulp beschikbaar. Als hij weg was gegaan, zou dat mijn einde hebben betekend. Gelukkig heeft mijn man mij verzorgd. Ik was een aantal dagen heel ziek en kreeg een epileptische aanval”
Covid heeft Mieke flink in de greep met neurologische klachten, zoals coördinatiestoornissen, balansstoornissen en extreme vermoeidheid. Haar collega’s vallen een voor een uit, waardoor ze op een zeker moment weer moet komen werken. “Ik kon dat eigenlijk niet. Als ik moe werd en te veel prikkels kreeg, moest ik me soms vasthouden aan de muur. Collega’s hebben me wel eens van de vloer geplukt omdat ik mijn balans verloor.”

Nieuwe kansen
Ze is Z1-startgerechtigd in de dressuur, maar de restverschijnselen van covid leiden er uiteindelijk toe dat Mieke stopt met rijden en haar heil zoekt in het mennen. “Mijn paard Nynke werd opstandig, want we begrepen elkaar niet goed. Dat was verdrietig. Ik ben niet echt een menner, maar het is een mooie uitstap en ook leuk omdat mijn man parcoursbouwer is bij het mennen. We zijn nu Z met zeven winstpunten en daar ben ik trots op. Een vaardigheid moet je me niet laten rijden hoor. Dan rijd ik eerst een paar keer verkeerd. Te veel prikkels. Jammer, want mijn paard is er echt geschikt voor.”
Mieke houdt veel klachten, maar niemand weet daar echt raad mee. De zorg is op dat moment vooral bezig met de acute gevallen van covid. Na verloop van tijd hoort ze van een fysiotherapeut die is gespecialiseerd in restverschijnselen van covid. Ze volgt een traject van anderhalf jaar met fysiotherapie en balanstraining, met veel verbetering als gevolg. Ook het rijden komt hierdoor weer in beeld. “Het is heel bijzonder hoe Nynke me vanaf dat moment toch de kans bleef geven. Als ze voelde dat het niet goed ging, bleef ze gewoon staan. Ik ben zo dankbaar dat ze op ons pad is gekomen. Zij heeft ontzettend veel betekend in de covidtijd. Ze was het enige rustpunt. Als ik niet lekker in mijn vel zat, ging ik even in de stal zitten. Dan kwam ze bij me staan. Ze zocht niet echt contact, maar was er gewoon. Paarden voelen je haarfijn aan. Ze zijn er voor je. Mensen waren dat niet. Aan mij was niets te zien aan de buitenkant. Ik kon bijvoorbeeld met mijn balans op een buitenrit niet galopperen, maar mensen snapten dat niet altijd en begonnen af te haken. Dat deed machtig zeer.”
Pensioen
Mieke is inmiddels niet meer werkzaam in de zorg. In 2023 kon ze met vervroegd pensioen gaan. Anno 2025 plagen de restverschijnselen Mieke nog wel, maar: “Ze krijgen me niet klein, never nooit. Ik blijf aan mijn lichaam werken met ruiterfitness, pilates en nordic walking en rijdt onder het zadel bij de vereniging en in privéles. Ik laat mijn droom niet los, ook al ben ik nu 64. Ik moet gewoon doortrainen totdat ze niet meer om me heen kunnen. Ik wil per se mijn passie uitoefenen en droom verwezenlijken: rijden in het Z1 voor het sportpredicaat.”



Sandra Jeuken:
‘Paardrijden betekent voor mij grip op mijn eigen leven’
Sandra Jeuken (41) uit Gemert heeft de ziekte van Sneddon, waardoor ze onder andere gevoelig is voor herseninfarcten. Paarden en paardrijden bieden haar de kans om sterker te worden en te groeien.
Met Sandra gaat het al langere tijd niet goed, maar het duurt jaren voordat de oorzaak wordt gevonden. “Ik had problemen met mijn linkerarm en mijn rechterbeen. Zicht en spraak vielen vaak uit. De huisarts kwam niet veel verder. Ik dacht, niet zeuren en door.” In 2006 en 2009 wordt een MRI gemaakt van haar hersenen, maar daarop is niets te zien. Sandra’s vader is op zijn vijftigste overleden en haar uitvalsverschijnselen worden toegeschreven aan rouw. “Hij was mijn alles. We zaten in de springsport en gingen samen overal naartoe.”
Het is 2015 als Sandra in het ziekenhuis tijdens de bevalling van haar zoon Vinn een zwaar herseninfarct krijgt. Ze komt in het Radboudziekenhuis terecht en wordt binnenstebuiten gekeerd. Hier blijkt dat ze de ziekte van Sneddon heeft en daardoor negen herseninfarcten heeft gehad. “Die had eerder geconstateerd kunnen worden. Ik heb besloten dat ik daar niet bij stil wil staan. De superbehandeling op de neurologieafdeling daar heeft mijn leven gered.”

Revalidatie
Als Sandra begint met de revalidatie in Nijmegen, worden alle paarden verkocht. “Hersenletsel past helemaal niet bij mijn karakter. Ik ben echt van, hup, we gaan door. Maar ik moest ermee omgaan. Ik dacht, dit zit er niet meer in. We hebben thuis een pensionstal en manege, waardoor ik constant met paarden werd geconfronteerd. Bij de revalidatie moest ik drie keer per week sporten. Daardoor pakte ik het rijden toch weer op. Dat heeft me zo veel sterker gemaakt. Als ik wedstrijd heb, wil ik weer een beetje beter zijn. Die mindset helpt me door mijn weken heen.”
Mentale groei
De overstap naar Grade IV in de paradressuur is aanvankelijk aarzelend. “Ik heb veel gereden, gesprongen, eventing gedaan. Dan denk je niet, later ga ik bij de paradressuur rijden. Vijf jaar geleden ben ik toch overgestapt. Ik zag er erg tegen op. In het begin schaamde ik me er een beetje voor. Aan de buitenkant zie je niet dat ik hersenletsel heb. Ik was bang voor wat anderen zouden denken. Nu ben ik heel blij dat ik het heb gedaan. Ik rijd op een zevenjarige die het hartstikke goed doet. Ik gebruik magnetische beugels en een zweepje omdat mijn rechterbeen niet goed werkt. De aansturing van mijn linkerarm is ook lastig. Mijn hoofd registreert niet altijd wat mijn lijf doet.”
Paardrijden is niet zomaar een sport, vindt Sandra. “Het betekent mentale groei voor iedereen. Je moet als ruiter kunnen incasseren en inspelen op situaties. Mij geeft het grip op mijn eigen leven. Het biedt me de kans het beste uit mezelf te halen. Ik ben niet meer zoals vroeger en er is veel veranderd. Dat betekent niet dat ik niet vooruit kan komen. Ik knok heel hard voor het paardrijden. Als ik zie wat ik nu allemaal doe ten opzichte van tien jaar geleden. Motorische aansturing en reactiesnelheid blijven lastig, maar die zijn zoveel meer getraind. De ziekte heeft me gevormd tot wat ik nu ben. Het was zwaar, maar nu ben ik dankbaar voor alle kansen.”
Een droom heeft Sandra ook: “Ik wil de scores rijden voor de kaders en meegaan naar de grootste concoursen. Uiteindelijk zou Los Angeles 2028 wel mooi zijn natuurlijk, maar dat is zoiets groots om te zeggen. Ik hoop vooral dat iemand met wat voor beperking dan ook die dit verhaal leest, daardoor geïnspireerd wordt om door te gaan. Misschien is het niet de weg die je voor ogen had, maar kan het wel anders.”





