Hoe begin je met de mensport?

Beginnen met paardrijden kan bij iedere plaatselijke manege. Maar starten met mennen daarentegen is minder eenvoudig. Tanja Liesker, dressuur- en menjurylid, wil graag het mennen oppakken en ging voor Paard&Sport de uitdaging aan. Ze kreeg haar eerste menles van niemand minder dan menkampioen Bram Chardon.

Tekst Bettine van Harselaar Beeld Sophie Bijsterbosch

Dat leren mennen minder toegankelijk is dan leren paardrijden op een manege snapt Bram Chardon wel. Er zijn weinig plaatsen waar je met een lespaard de beginselen van het mennen onder de knie kunt krijgen. “Wat mennen wél toegankelijk maakt, is dat je instructeur naast je op de koets zit en zo makkelijk de teugels over kan nemen om iets voor te doen. Rijden moet je daarentegen direct zelfstandig in het zadel doen”, vindt Bram. Tanja Liesker kan dat beamen. Ze reed lange tijd dressuur en is actief als jurylid in zowel de dressuur- als de mensport. Ze wil graag beginnen met mennen, maar vindt het lastig om daarin de juiste weg te vinden. “Bijvoorbeeld wat voor pony of paard moet ik zoeken? Hoe kies ik een wagen? Overal zijn maneges om te leren rijden, maar ik zou niet weten waar ik moet aankloppen om te leren mennen.”  

Meervoudig Europees kampioen en wereldbekerwinnaar Bram Chardon helpt Tanja op weg met enige basiskennis, voordat ze daadwerkelijk op de bok plaatsneemt. “Via de KNHS kun je vinden in welk mendistrict je valt, dat is de eerste stap. Daarover staat op de KNHS website veel informatie. De leden van het mendistrict in jouw regio kunnen veel informatie geven over waar je bijvoorbeeld een menstal kunt vinden. Ook is het Menbewijs goed om te halen, dan leer je veel basiskennis en regels.”   


VAN RIJDEN NAAR MENNEN
Tanja jureert wel mendressuur, maar is zelf alleen in het zadel actief geweest en ziet daarom nog wel enige moeilijkheden. “Wanneer je van ‘erop’ naar ‘erachter’ gaat heb je voor mijn gevoel veel minder te vertellen.” Bram lacht: “Wanneer je in het zadel zit, ben je vooral fysiek veel meer betrokken. Op de koets heb je een andere beleving. Het leuke aan de mensport vind ik alle verschillende rubrieken die bij elkaar komen. Enkelspan, tweespan, vierspan, pony, paard, jong, oud, man, vrouw…, iedereen kan meedoen. Ook leuk is dat mennen echt een teamsport is. Het is minder individualistisch dan onder het zadel rijden. Je kunt het lastig alleen doen. Hier thuis, als ervaren menner, ga ik met een enkelspan of tweespan wel eens zonder groom weg, maar met in- en uitspannen heb ik altijd hulp. Dat moet echt voor de veiligheid. Een beginnend menner zou ik adviseren om nooit alleen weg te gaan.”

bram chardon vertelt over de wijze waarop hij het borsttuig aanbrengt bij zijn paard

Bram begint het inspannen met het omdoen van het borsttuig.

Een ander voordeel van het mennen is volgens Bram dat bijna ieder paard in te spannen is. “In een meerspan moet je wel zorgen dat de paarden goed bij elkaar passen, maar in een enkelspan kan eigenlijk alles.” Wel heeft hij graag een paard dat onder het zadel is beleerd, omdat die vaak al meer dingen kennen. Een paard hoeft dan alleen nog te wennen aan bijvoorbeeld de oogkleppen, de strengen langs de achterbenen en het geluid van de koets achter het paard. “We beginnen stap voor stap. Eerst doen we een paard aan de dubbele longe, dan kijken we hoe hij reageert op de leidsels achterlangs, dan de staartriem en daarna doen we een keer een borsttuig om. We simuleren alles wat we op de koets doen. Met alles om doen we een keer een rondje in de buitenbaan of over het erf en zoeken we wat prikkels op. Pas daarna doen we de koets erachter. Dat doen wij meestal eerst in het tweespan. Dan heeft het paard meer stabiliteit en kunnen we er een ervaren paard naast zetten.”

de schimmelruin wordt ingepannen voor de wagen door bram en tanja

Na het inspannen zet je het paard voor de wagen. Deze stap moet je volgens Bram nooit alleen doen.

HET INSPANNEN

Qua materiaal adviseert Bram om voor een goede kwaliteit wagen te gaan die veelzijdig ingezet kan worden. “Met veel recreatiewagens kan je alles doen, niet alleen dressuur, maar ook kegels en marathon. Deze hebben luchtbanden en bumpers. Een gespecialiseerde wagen heb je eigenlijk pas ver in de wedstrijdsport nodig. Met één kar en één tuig kan je goed uit de voeten. ” 

Op stal staat Lipizzaner Marco al klaar, een zevenjarige schimmel die in opleiding is tot toekomstig indoorpaard van Bram. Hij is al meerdere keren ingezet bij prijsuitreikingen en zal komend seizoen waarschijnlijk zijn eerste wedstrijden lopen. Samen spannen ze Marco in, terwijl Bram tekst en uitleg geeft. Marco heeft rondom beschermers om. Bram: “Normale peesbeschermers en strijklappen hebben we altijd om, in het twee- of vierspan hebben we ook achter hoge beschermers om. In een enkelspan kan je eventueel ook zonder beschermers wanneer je paard het niet nodig heeft.” Bram begint met het omdoen van het borsttuig. “Dat kunnen paarden soms spannend vinden omdat ze door een smalle opening moeten met hun hoofd. Ik zorg altijd dat ik hem zo ver open houd dat ze er doorheen kunnen kijken.” Dan legt hij ook het schoftdeel op, en bij het enkelspan gebruikt Bram ook altijd een broek- en een staartriem. “Zorg dat alles aan beide kanten gelijk hangt. En bijvoorbeeld een singel hoeft niet zo strak als onder het zadel.” Tanja krijgt veel informatie en lacht: “Wat veel verschillende riemen!” Dan gaat ook het hoofdstel om en kan Marco voor de wagen. “Dit stukje moet je nooit alleen doen”, waarschuwt Bram. “Ook met het opstappen op de koets: zorg dat altijd iemand het paard vasthoudt en houd zelf ook de leidsels vast.”  

EN DAN: MENNEN MAAR!

Bram ment het eerste stuk over de weg richting de menbaan zelf. Sowieso ment hij zijn paarden graag eerst een stuk over de weg. “Dan zien ze veel en ze zijn ook gelijk losgestapt. Menpaarden moeten wel een beetje bomproof zijn.”
​​​​​​​Dan mag Tanja plaatsnemen op de bok terwijl Bram vertelt wat ze moet doen. “Marco is altijd fijn en licht in de hand, maar moet soms nog zoeken naar de juiste balans. Gezien zijn bouw en natuurlijke manier van lopen is gesloten lopen in draf voor hem lastig, in galop gaat dat makkelijker. Je hebt twee rempedalen, rechts is de achterrem, links de voorrem. Ik gebruik ze meestal allebei, dus houd standaard je voet in het midden, dan bedien je beide tegelijk.” Tanja moet de leidsels net zo vasthouden als ze onder het zadel zou doen, en ze vooral niet te lang houden. De zweep mag de eerste rondes nog in de houder blijven. Bram kijkt ook of Tanja een goede houding heeft: keurig rechtop en met haar bovenarmen langs haar lichaam.

Menpaarden worden ook getraind om op stemhulpen te reageren. “Voorwaarts gaan doe je nu simpel door te zeggen: Marco, IN STAP!” Na even rondgestapt te hebben mag Tanja de zweep erbij nemen. “Die is heel licht”, vertelt Bram. “Houd je pink en je duim op de zweep, en je ring-, middel- en wijsvinger op je teugel.” Af en toe is Marco wat afgeleid door dingen langs de baan en als ze eenmaal aandraven neemt hij ook graag het tempo een beetje over. Als Marco niet reageert, mag Tanja haar stemhulpen nog iets indringender herhalen. Marco draaft lekker rond, terwijl Tanja alles aftast.  

bram vertelt aan tanja meer over het hoofdstel en de bijbehorende oogkleppen

Een paard wat nog niet beleerd is moet in het begin vaak nog wennen aan de oogkleppen.

bram geeft aan tanja aan hoe ze moet van hand veranderen

Bram laat Tanja enkele keren van hand veranderen, waarbij ze goed moet opletten dat het ritme gelijk blijft.

ook legt hij uit hoe het zit met de teugelvoering op de menwagen

Bram geeft uitleg over de teugelvoering: “Houd je pink en je duim op de zweep, en je ring-, middel- en wijsvinger op je teugel.”

ADVERTENTIE

advertentie van harry's horse waarop de nieuwste collectie te zien is

‘Menpaarden moeten wel een beetje 'bomproof 'zijn’

STUREN EN BEGRENZEN
Wat Bram opvalt, is dat Tanja haar handen op een goede manier gebruikt. “Veel mensen die onder het zadel rijden hebben vaak de neiging om hun handen heen en weer te bewegen. Onder het zadel zijn ze gewend om ‘begrenzend’ te sturen, bijvoorbeeld de schouder. Maar doordat de leidsels hier door de ogen lopen heeft dat in het span geen zin. Jij doet dat gelijk al erg netjes. Ook de druk die je nu hebt lijkt goed. Wanneer je merkt dat hij door één kant valt kan je dat iets met de zweep begrenzen. Houd je handen net zo ver uit elkaar als dat de ogen van het tuig uit elkaar staan. Beweeg je elleboog langs je lichaam en als je korter wil sturen kan je meebewegen met je lichaam.”

Bram laat Tanja enkele keren van hand veranderen, waarbij ze goed moet opletten dat het ritme gelijk blijft. Ze moet vooral haar hulpen terug niet te groot geven: “Denk altijd eerst naar voren en doseer je hulpen terug. Doe dat in kleine stapjes, niet te groot ineens. Anders krijg je een soort flipperkast. Onder het zadel heb je meer manieren om dat te controleren.” Tanja lacht dat ze het juiste tempo vasthouden inderdaad nog het lastigst vindt, maar Bram stelt haar gerust dat ook het temperament van Marco daarmee te maken heeft. Eenmaal in galop – de gang die Marco het beste ligt – gaat het makkelijker en kan Tanja ook eenvoudig schakelen. De tijd vliegt en na de galopreprise is het tijd om Marco uit te stappen. Bram is tevreden: “Tanja heeft veel gevoel met paarden, dat kon je echt zien. Het doseren van het tempo is totaal anders dan onder het zadel, dat was in het begin even wennen, maar het paard nam het bit fijn aan en was heel vertrouwd bij haar.” Ook Tanja is een leerzame ervaring rijker: “Het was echt super leuk om te doen, Bram gaf heel veel vertrouwen. Aan de ene kant vond ik het heel moeilijk, maar met de juiste aanwijzingen ging het best goed.”

bram geeft knhs-lid tanja aanwijzingen terwijl het menpaard in galop gaat

Eenmaal in galop – de gang die Marco het beste ligt – gaat het tempo aanhouden makkelijker en kan Tanja ook eenvoudig schakelen.

bram chardon en tanja van achteren gezien op de menwagen

Bij de overgangen terug is het belangrijk om de hulpen niet te groot te geven. 

tanja ment voor de eerste keer en doet dit op het terrein van de familie chardon

Wat Bram opvalt is dat Tanja haar handen op een goede manier gebruikt. 

WIE ZIJN BRAM CHARDON EN TANJA LIESKER ?

Bram Chardon werd bij de pony vierspannen meerdere malen Nederlands- en Wereldkampioen en bij de paarden vierspannen is hij sinds 2015 minstens zo succesvol. Hij won teamgoud (3x) en individueel zilver op het WK, werd meerdere keren Europees kampioen (zowel met team als individueel), en schreef al drie keer de Wereldbekerfinale op zijn naam. De familie Chardon runt Chardon Paardensport in Den Hoorn.  


Tanja Liesker uit Maarssen jureert tot en met Z2-niveau en werd een paar jaar geleden gevraagd om menjurylid te worden. Inmiddels jureert ze ook mennen dressuur met veel plezier. Na jarenlang zelf in het zadel actief te zijn geweest, wil ze nu graag ook zelf gaan mennen. De sfeer op de menwedstrijden bevalt haar goed: Het is eigenlijk altijd gezellig, iedereen is heel vriendelijk en gemoedelijk.”

  


bram chardon poseert naast het paard terwijl tanja liesker op de wagen zit

Bekijk de video's

Wil je weten hoe je een menpaard of -pony inspant? Bekijk dan de eerste video. Wil je Tanja in actie zien tijdens de instructieles van Bram Chardon? Dat zie je terug in de tweede video. Veel kijk- en leerplezier! 

Wat vonden ze ervan?

In deze audio geven Bram en Tanja een eerste reactie na afloop. Hoe heeft Tanja de les ervaren en wat vond Bram er zelf van?