Schema helpt, maar goed ontwormen blijft maatwerk
Het is een duivels dilemma. Enerzijds kan een flinke wormbesmetting een groot risico vormen voor de gezondheid van een paard. Anderzijds worden steeds meer parasieten ongevoelig voor ontwormingsmiddelen. Door spaarzaam, maar gericht te ontwormen, worden de risico’s voor het paard én de kans op ontwikkeling van resistentie minder. Een schema kan daarbij helpen, maar het blijft volgens erkend paardendierenarts Rijk-Jan Pleijter van Dier-N-artsen in Oosteind een kwestie van maatwerk.
Tekst Tessa van Daalen Beeld aangeleverd Zoetis, Arnd.nl
Hoe voorkom je problemen door wormen? Rijk-Jan Pleijter benadrukt dat het een belangrijk onderwerp is dat kennis van zaken vereist en waarbij een goede samenwerking met je dierenarts nodig is. “Er speelt meer mee dan alleen op gezette tijden een ontwormingsmiddel geven. Steeds meer parasieten worden ongevoelig voor de werkzame stoffen die daarin zitten. Je moet ze op de juiste manier gebruiken. Hoe je dat doet hangt af van meerdere factoren. Waar loopt een paard en met wie? Is het een vaste koppel of wisselt dat? Hoe wordt de weide beheerd? Het is maatwerk. Je dierenarts kent, als het goed is, de situatie en is de aangewezen persoon voor advies.” Om toch een beetje houvast te bieden bestaan er schema’s. “Maar je moet altijd blijven opletten en kunnen schakelen als er iets verandert.”
Drachtige merries
Merries die drachtig zijn vormen volgens Pleijter een aparte groep. “Ze moeten net als de andere volwassen paarden worden behandeld aan de hand van de EPG. Daarnaast adviseer ik om vier tot zes weken voor de bevalling de merrie te ontwormen om een besmetting met veulenwormen te voorkomen. Is dit niet gedaan, ontworm de merrie dan als het veulen tien dagen oud is. Het veulen moet dan ook op dit tijdstip worden ontwormd.”
‘Steeds meer parasieten worden ongevoelig voor de werkzame stoffen in ontwormingsmiddelen’
Veulens
‘We hebben nauwelijks strenge winters meer, waarin wormeitjes doodvriezen’
In de lente, als veulens twee à drie maanden oud zijn, is het verstandig om ze te ontwormen met een middel op basis van pyrantel of fenbendazole. “Dat zijn middelen die effectief zijn tegen spoelwormen, een echt veulenprobleem. Herhaal dat in de zomer op een leeftijd van zo’n vijf maanden nog eens, als er een nieuwe generatie spoelwormen is opgegroeid. Het is ook belangrijk om de weide goed te onderhouden, want spoelwormeieren zijn hardnekkig, die kunnen lang overleven. We hebben nauwelijks strenge winters meer, waarin wormeitjes doodvriezen. Door te maaien of te laten begrazen door schapen die - zonder problemen voor zichzelf - de eieren opeten, houd je de weide schoon. Het is nog beter om niet elk jaar dezelfde weide te gebruiken of de grond te laten keren en opnieuw inzaaien”, vertelt Pleijter.
Als de veulens in de herfst worden gespeend en in een koppel in de opfok gaan is ontwormen met ivermectine of moxidectine belangrijk om een bloedwormbesmetting de kop in te drukken. “Ik raad vaak een middel aan dat ook praziquantel bevat tegen lintwormen. Het komt niet vaak voor, maar je kan het beter meenemen. Het is verstandig om na een week of zes mestonderzoek te laten doen en op basis van de bevindingen al dan niet nogmaals te ontwormen in de winter en de werkzame stof te laten afhangen van wat er wordt gevonden in de mest.”
Pleijter: ‘Als paarden in een vaste groep lopen raad ik aan om ze allemaal tegelijk een middel te geven’
Jonge paarden
Pleijter: ‘Adequate ontworming is vooral in de jonge jaren van een paard ontzettend belangrijk’
Adequate ontworming is vooral in de jonge jaren van een paard ontzettend belangrijk, benadrukt Pleijter. “Vanaf drie jaar hebben ze een bepaalde weerstand opgebouwd, daarvoor nog niet. Helemaal wormvrij worden ze nooit, maar dat hoeft ook niet. Ze kunnen er prima mee leven, als het er maar niet te veel zijn. Vooral als paarden jong zijn moet je dat in de gaten houden.” Hij pleit ervoor om jaarlingen na de winter een week voordat ze de wei op gaan te behandelen met een middel op basis van ivermectine of moxidectine tegen bloedwormen. “En dat moet dan dus wel een schone weide zijn.”
Hoewel moxidectine een langere werkzame periode heeft, is een herhaling van de ontworming in het midden van de zomer voor paarden in deze leeftijdscategorie erg belangrijk. “Omdat dit vaak lastig te organiseren is, wordt het wel eens overgeslagen. Die jonge dieren in zo’n koppel zijn meestal niet makkelijk te vangen en te hanteren. Dus wordt het snel weggelaten. Of het is een worsteling, waarbij ze niet genoeg van het middel binnenkrijgen. Maar dit is een belangrijk moment, je moet wel ontwormen en dit goed organiseren, bijvoorbeeld met een speciale vangkooi. Zorg dat de dosering klopt en dat het er ook echt goed in gaat.” In de herfst, voor ze weer op stal gaan, is het verstandig om deze groep weer opnieuw te behandelen tegen bloed- en lintwormen en eventueel ook spoelwormen.
‘Door de mest van een paard te laten onderzoeken, kan worden uitgezocht hoeveel en wat voor soort wormeitjes erin zitten’
Volwassen paarden lage uitscheiders (EPG < 200)
Door de mest van een paard te laten onderzoeken bij je dierenarts of een gespecialiseerd laboratorium, kan worden uitgezocht hoeveel en wat voor soort wormeitjes erin zitten. Hoeveel eieren per gram (EPG) als kritisch wordt beschouwd verschilt enigszins. “Het is een genuanceerd verhaal. Alleen volwassen wormen scheiden eitjes uit, larven die in de darmwand zijn ingekapseld doen dat niet. Een lage EPG betekent dus niet dat een paard geen wormen heeft. Daarnaast kunnen paarden prima leven met wat wormen.”
Omdat steeds meer parasieten resistent raken tegen de ontwormingsmiddelen, is spaarzaam ontwormen verstandig. “Daarom raad ik aan bij lage uitscheiders die in een vast koppel lopen in het voorjaar en najaar een mestonderzoek te doen en bij een blijvende lage uitscheiding alleen in het najaar te ontwormen met een middel dat ook werkt tegen de horzellarven en lintwormen op basis van ivermectine of moxidectine en praziquantel. Zorg wel dat je liefst dagelijks mest uit de weide haalt. Niet in een hoek gooien, want dan kruipen de wormen gewoon weer terug.”
‘We hebben nauwelijks strenge winters meer, waarin wormeitjes doodvriezen’
Volwassen paarden hoge uitscheiders (EPG > 200)
Bij volwassen paarden met een EPG boven de 200 is het verstandig een middel op basis van moxidectine of ivermectine te geven en de uitscheiding te blijven monitoren door middel van mestonderzoek. De paardenarts wijst erop dat als een EPG ineens omhoog gaat in vergelijking met voorgaande keren het wel verstandig is om uit te zoeken hoe dat komt. “Is er een nieuw paard bij gekomen? Dan vergt dat aandacht en moet de weide ook worden aangepakt, anders ontstaat een vicieuze cirkel. Als paarden in een vaste groep lopen raad ik aan om ze allemaal tegelijk een middel te geven en niet alleen die ene hoge uitscheider. Voor oudere paarden zijn geen speciale maatregelen nodig. Als ze eenmaal een bepaalde weerstand hebben behouden ze die meestal wel.”
Mysterieuze paardenziekte blijkt wormprobleem
Hoe belangrijk een goede ontworming op jonge leeftijd is voor paarden bleek enige jaren geleden. Een lange droge periode werd gevolgd door een mooie nazomer, waardoor veel jonge paarden langer buiten konden blijven dan normaal. “Er werd in de zomer bij ons nooit ontwormd, omdat de jaarlingen in grote groepen liepen en zich niet makkelijk lieten pakken”, vertelt een betrokkene. “Er was door de droogte en het lange seizoen weinig gras, dus de paarden kwamen schraal van het land. Daardoor hadden ze ook minder weerstand. Eenmaal binnen kwamen ze niet in conditie. Ze aten slecht en werden ziek. Er gingen er zelfs een paar dood. We hoorden dat dit op meerdere plekken in het land speelde. Er werd zelfs gesproken van een mysterieuze paardenziekte.”
Onderzoek wees uit wat de reden was. De jonge paarden hadden allemaal ernstige wormbesmettingen en enkele paarden kregen daarnaast nog een Salmonella infectie er overheen. Sommige paarden die er in de herfst nog goed uitzagen werden in de winter alsnog ziek. Eén van de paarden die het ternauwernood overleefde is pas anderhalf jaar later weer op krachten, hoewel aan uitslagen van bloedonderzoek nog altijd te zien is dat er sprake was van een ernstige wormbesmetting. “We monitoren hem vaker via mestonderzoek en hij is afgelopen jaar extra ontwormd. Sinds we dit hebben meegemaakt worden de jonge opfokpaarden wel in de zomer ontwormd en hebben we vorig en dit jaar geen problemen meer gehad.”